Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dit is het [33]woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: [34]De jonkvrouw, de [35]dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem [36]schudt het hoofd achter u. 33. Versta, de zaak, die de Heere den profeet Jesaja geopenbaard had, rakende den koning van Assyrie. 34. Versta, den staat of het koninkrijk des Joodsen volks, of de stad Jeruzalem, welke men oordeelt aldus genaamd te zijn, omdat zij nog van niemand ten enenmaal overweldigd en ingenomen was geweest. 35. Gelijk het woord dochters, na den naam ener stad gesteld zijnde, betekent de dorpen en kleine steden daaronder sorterende, Num.21:15; Richt.1:27; alzo het woord dochter voor den naam ener stad of van een land gesteld zijnde, betekent de inwoners daarvan, gelijk 1 Kon.19:21; Ps.45:13, en Ps.137:8; Jes.23:12, en Jes.47:1. 36. Het hoofd schudden achter, of over iemand, is, hem verachten en bespotten; Job 16:4; Ps.22:8, en Ps.44:15; Jes.37:22; Jer.18:16; Klaagl.2:15.